Op 12 augustus is de actualisatie van het verdeelstelsel Gemeentefonds naar 2019 verschenen. De derde update van ons PAUW dashboard herverdeeleffecten hebben we inmiddels gepubliceerd. Het dashboard toont je in één oogopslag de belangrijkste herverdeeleffecten van de herijking van het Gemeentefonds op basis van de publicaties in februari, juli voor het jaar 2017 en augustus voor het jaar 2019.
Wat is het PAUW dashboard?
Met de komende herijking van het Gemeentefonds wil je snel inzichtelijk hebben wat dit voor jouw gemeente betekent. Speciaal daarvoor hebben we het PAUW dashboard ontwikkeld. Dit dashboard is gemaakt in Microsoft Power BI en je kan er direct mee aan de slag. Je bent zo snel in staat om te kijken wat de herijking voor jou betekent. In het dashboard kan je de herverdeeleffecten zien per domein, cluster of maatstaven en vergelijken met andere gemeenten.
Eind maart gaven we al eens een webinar over de werking van het dashboard. Kijk het webinar over het PAUW dashboard terug.
Belangrijkste veranderingen
De belangrijkste veranderingen in de publicatie juli versus februari met als basis 2017, zijn als volgt:
- In het verdeelmodel van het sociaal domein zijn 10 maatstaven gewijzigd (definitie gewijzigd, vervallen en nieuw).
- Het cluster Overige Eigen Middelen (OEM) geldt als een aftrekpost in het Gemeentefonds, net als de OZB/WOZ. Het cluster is toegenomen met €0,5 miljard en de verdeling vindt nu plaats op basis van een bedrag per inwoner. Eerder was de verdeling naar rato van de kostenverdeling in het sociaal domein. Deze wijziging geeft een nadeel voor plattelandsgemeenten omdat door hun structuurkenmerken de aftrek relatief laag was, hetgeen nu wordt vervangen door een gemiddelde korting.
- De hogere inkomsten door OEM-gelden wordt gecompenseerd door hogere uitgaven. Dat is €0,1 miljard voor het sociaal domein en €0,4 miljard voor het klassiek domein (met name het cluster IRM).
- Gedeelte “niet herijkt” is verhoogd van €1,25 miljard naar €4,88 miljard en het fictieve cluster “overig SD” is vervallen. Betreft een verschuiving van €3,6 miljard, zonder herverdeeleffect. Eerder was het bedrag opgenomen in de totale uitkering, waardoor dit wijzigt van €26,5 miljard naar €22,8 miljard.
- De uitkeringsfactor in de nieuwe verdeling stijgt van 0,9501 naar 0,9670.
De belangrijkste veranderingen in de publicatie augustus versus juli met als basis 2019, zijn als volgt:
- Gemeentefonds stijgt van €27,8 naar €31,1 miljard. De grootste stijgers zijn: WMO ( €0,6 mrd), Jeugd (€0,7 mrd, inclusief incidentele toename macrobudget €0,4 miljard), Bestuur en Ondersteuning (€0,4 mrd), Sport Cultuur en Recreatie (€0,4 mrd), Infrastructuur Ruimte en Milieu (€0,6 mrd).
- Kosten stijgen van 2017 naar 2019 (inclusief loon- en prijsontwikkeling in het sociaal domein) en zijn verwerkt volgens de nieuwe verdeling.
- (negatieve) Rekentarieven voor de inkomstenmaatstaven WOZ zijn verhoogd. Het bedrag per inwoner voor Overige Eigen Middelen (OEM) blijft constant.
- De uitkeringsfactor is verhoogd van 0,9670 naar 1,0479.
- De gemeentelijke indeling van 2017 naar 2019 is gewijzigd.
- Om de definitieve herverdeeleffecten te bepalen volgt een actualisatieslag naar 2023.